Persoon met een forfait voor chronisch zieken. Personen hebben recht op deze tegemoetkoming voor een bepaald jaar wanneer ze in dat jaar en het jaar ervoor hoge zorguitgaven (remgelden) hebben en sterk afhankelijk zijn van anderen. Het ziekenfonds kent deze tegemoetkoming automatisch toe.
De afhankelijkheidssituatie kan op drie manieren worden vastgesteld:
- de persoon heeft van de adviserend geneesheer de toestemming gekregen voor een behandeling met verpleegkundige verzorging of kinesitherapie;
- de persoon werd lange tijd gehospitaliseerd of moet vaak opgenomen worden in het ziekenhuis ;
- of de persoon voldoet aan de afhankelijkheidsvoorwaarden om in aanmerking te komen voor een specifieke uitkering.
Meer info over het Forfait voor chronisch zieken vindt u op de website van het
RIZIV.
OpmerkingenPatiënten met een zorgforfait worden geïdentificeerd aan de hand van de nomenclatuurcodes in die u vindt in de
Lijst met codes hieronder. Het betreft individuele codes voor de verschillende afhankelijkheidssituaties die aanleiding geven tot het forfait. Gedetailleerde informatie over de betreffende nomenclatuurcodes vindt u op de website
Nomensoft. In de boomstructuur vindt u de Forfaits chronische zieken onder ‘Pseudonomenclatuur - Verzorgingsinstellingen en -diensten - Forfaitaire honoraria’.
De variabele Zorgforfait houdt verband met verschillende andere variabelen in de Populatie-dataset.
- De afhankelijkheidssituaties die de voorwaarden vormen voor de toekenning van het forfait worden gevat door de variabelen PP2001, PP2002, PP2003, PP2004, PP2005, PP2006, PP2007, PP2008, PP2009, PP2010 en PP2011.
- Anderzijds kan het zorgforfait aanleiding geven tot de toekenning van het statuut chronische aandoening, dat gevat wordt door een van de drie variabelen Statuut chronische aandoening – financieel criterium, Statuut chronische aandoening – forfait voor chronisch zieken of Statuut chronische aandoening – zeldzame ziekte. Merk op dat tussen de variabelen Zorgforfait en Statuut chronische aandoening – forfait voor chronisch zieken geen eenduidige link bestaat omdat een patiënt met een zorgforfait het statuut ook kan bekomen op basis van een van de twee andere criteria.