Score van de persoon op de medisch-sociale schaal die de graad van zelfredzaamheid meet. Op basis van deze score kunnen de
integratietegemoetkoming,
tegemoetkoming hulp aan bejaarden en
tegemoetkoming voor hulp van derden worden toegekend.
Bij de beoordeling van de graad van zelfredzaamheid van de persoon door de adviserend arts worden niet de letsels op zichzelf gemeten, maar wel de weerslag ervan op de volgende functies:
- verplaatsingsmogelijkheden;
- mogelijkheden om zijn voedsel te nuttigen of te bereiden;
- mogelijkheid om voor zijn persoonlijke hygiëne in te staan en zich te kleden;
- mogelijkheid om zijn woning te onderhouden en huishoudelijk werk te verrichten;
- mogelijkheden om te leven zonder toezicht, bewust te zijn van gevaar en gevaar te kunnen vermijden;
- mogelijkheden tot communicatie en sociaal contact.
OpmerkingenDe adviserend arts beoordeelt de graad van zelfredzaamheid aan de hand van diens weerslag op de hierboven vernoemde functies. Per functie kent de arts een score van 0 tot 3 punten toe:
- 0 punten: geen moeilijkheden, geen bijzondere inspanning en geen bijzondere hulpmiddelen;
- 1 punt: beperkte moeilijkheden of beperkte bijkomende inspanning of beperkt beroep op bijzondere hulpmiddelen;
- 2 punten: grote moeilijkheden of grote bijkomende inspanningen of uitgebreid beroep op bijzondere hulpmiddelen;
- 3 punten: onmogelijk zonder hulp van derden, zonder opvang in een aangepaste voorziening of zonder volledig aangepaste omgeving.
De genoteerde punten worden samengeteld en naargelang dit totaal (van 0 tot 18) heeft de persoon mogelijk recht op de
integratietegemoetkoming,
tegemoetkoming hulp aan bejaarden en/of
tegemoetkoming voor hulp van derden.
Verwar de medisch-sociale schaal ter bepaling van de graad van zelfredzaamheid niet met de medisch-sociale schaal van het kind met een handicap (PP4005-PP4007).